Trends in de logistiek 2026: 9 voorspellingen over de transportmarkt...
Logistiektrends: ontwikkeling transporttarieven, digitalisering en automatisering door kunstmatige intelligentie en meer
De Europese transportmarkt blijft ook in 2026 onder druk staan. Het aantal nieuwe oprichtingen en overnames in de logistieke sector blijft beperkt, waardoor de beschikbare capaciteit structureel krap blijft. Tegelijkertijd zorgt het aanhoudende tekort aan chauffeurs ervoor dat deze ontwikkeling zich verder doorzet.
Hoewel kunstmatige intelligentie (AI) en automatisering een steeds grotere rol spelen binnen logistieke processen, vormen zij geen allesomvattende oplossing voor de uitdagingen in de sector. Bedrijven moeten zich voorbereiden op een markt waarin efficiëntie, flexibiliteit en digitale samenwerking cruciaal zijn om concurrerend te blijven.
1. Gekwalificeerde chauffeurs en planners blijven schaars, AI is vooral ondersteunend
Ook in 2026 blijft het tekort aan gekwalificeerde chauffeurs en planners een van de grootste uitdagingen in de transportsector. Het aantal nieuwe instromers is nog steeds onvoldoende om de uitstroom op te vangen. Dit geldt niet alleen voor chauffeurs, maar ook voor planners en andere operationele functies binnen transportbedrijven.
Hoewel steeds meer softwareleveranciers AI-ondersteunde oplossingen aanbieden om planners te ontlasten, is kunstmatige intelligentie geen vervanging voor menselijk personeel. In 2026 wordt AI vooral ingezet als ondersteunend hulpmiddel, bijvoorbeeld bij routeplanning, capaciteitsinschatting en administratieve processen. De brede en volledig geïntegreerde inzet van AI in transportbedrijven laat echter nog op zich wachten. Autonome vrachtwagens spelen ook in 2026 nog geen noemenswaardige rol in de dagelijkse praktijk. Vrachtwagens blijven afhankelijk van menselijke chauffeurs, waardoor het behoud van bestaande medewerkers steeds belangrijker wordt. Goede arbeidsvoorwaarden, waardering en stabiliteit zijn daarbij cruciaal.
De recente cao-afspraken, waaronder loonstijgingen en meer duidelijkheid over arbeidsvoorwaarden, dragen bij aan retentie en duurzame inzetbaarheid. In plaats van te focussen op technologische vervanging, ligt de nadruk in 2026 daarom op het behouden en ondersteunen van de mensen die de sector draaiende houden.
2. Transportprijzen blijven onder druk door structureel beperkte capaciteit
Ook in 2026 blijven transportprijzen onder druk staan door een aanhoudend tekort aan beschikbare capaciteit. Het structurele gebrek aan chauffeurs en vervoerders zorgt ervoor dat vraag en aanbod uit balans blijven. Hierdoor wordt er, vooral bij transporten op korte termijn, steeds vaker tegen hogere tarieven geconcurreerd.
Waar in eerdere jaren nog sprake was van tijdelijke prijsontspanning door seizoensinvloeden, is in 2026 duidelijk dat de kostenbasis in de sector blijvend hoger ligt. Stijgende lonen, hogere energie- en brandstofprijzen en toenemende regelgeving maken het voor vervoerders steeds lastiger om tegen lage tarieven te opereren. Dit raakt met name expediteurs die werken met langlopende contracten tegen vaste prijzen.
Bij een lichte economische opleving neemt de vraag naar transportcapaciteit snel toe, terwijl het aanbod nauwelijks meegroeit. Dit versterkt de prijsdruk en maakt duidelijk dat de markt zich verder ontwikkelt richting een structurele verkopersmarkt. Voor opdrachtgevers wordt het daardoor steeds belangrijker om capaciteit veilig te stellen en duurzame samenwerkingen aan te gaan.
In 2026 blijft het uitgangspunt dat betrouwbare vervoerders schaars zijn. Wie capaciteit wil garanderen, zal rekening moeten houden met hogere tarieven en een veranderde machtsverhouding binnen de transportmarkt.
3. Faillissementen en bedrijfsbeëindigingen zetten door
Ook richting 2026 blijft het aantal faillissementen en bedrijfsbeëindigingen in de transportsector toenemen. Ondanks hogere transportprijzen houden veel vervoerders onder de streep weinig over, omdat kostenstijgingen slechts beperkt kunnen worden doorberekend. Marges blijven onder druk staan, waardoor steeds meer ondernemingen financieel kwetsbaar zijn. Voor sommige bedrijven leidt dit tot liquiditeitsproblemen of uiteindelijk een faillissement. Andere vervoerders proberen hun bedrijf te verkopen om verdere schade te voorkomen. In de praktijk blijkt dit echter steeds lastiger. Ook grotere ondernemingen zijn terughoudend met overnames en zien uitbreiding via acquisitie niet langer als vanzelfsprekend.
Daar komt bij dat de opvolgingsproblematiek aanhoudt. Veel kleinere familiebedrijven vinden geen opvolger, omdat de volgende generatie steeds minder bereid is het bedrijf voort te zetten. Dit leidt tot een verdere afname van het aantal actieve vervoerders. In 2026 zet deze ontwikkeling zich voort. De sector consolideert verder, met minder kleine vervoerders en structureel lagere beschikbare capaciteit als gevolg. Dit versterkt de krapte op de transportmarkt en heeft blijvende impact op prijsdruk en beschikbaarheid.
4. Stijgende energiekosten bemoeilijken langlopende contracten
De personeels- en bedrijfskosten zijn in 2025 aanzienlijk gestegen. Ook in 2026 blijven stijgende en sterk schommelende energie- en brandstofprijzen een grote uitdaging voor de transportsector. De personeels- en bedrijfskosten zijn de afgelopen jaren fors toegenomen en deze trend zet zich voort onder invloed van geopolitieke spanningen, onzekerheid op de energiemarkten en strengere regelgeving.
Voor vrachtvervoerders en expediteurs betekent dit dat langlopende contracten steeds risicovoller worden. Smalle marges laten weinig ruimte om onverwachte kostenstijgingen op te vangen. Daarom proberen bedrijven hun risico’s te beperken door scherpere brandstoftoeslagen, variabele prijsafspraken en kortere contractlooptijden.
In 2026 is bovendien sprake van een groeiende behoefte aan kostentransparantie richting opdrachtgevers. Door onder andere de CSRD-verplichtingen neemt de druk toe om kosten, emissies en toeslagen inzichtelijk te maken. Dit vraagt om duidelijke afspraken en flexibele contractvormen die meebewegen met veranderende omstandigheden.
Als gevolg hiervan schrijven vervoerders zich minder snel in op langdurige aanbestedingen. In plaats daarvan kiezen zij vaker voor kortlopende en minder risicovolle opdrachten, bijvoorbeeld via digitale marktplaatsen. Door de aanhoudende schaarste aan transportcapaciteit blijven opdrachtgevers daarbij vaak afhankelijk van deze flexibelere vormen van samenwerking, vooral in piekperiodes zoals rond Pasen en Kerst.
5. Minder complete ladingen – meer deelladingen
Ook richting 2026 blijft het aandeel deelladingen toenemen, terwijl het aantal complete ladingen (FTL) verder afneemt. Dit heeft niet alleen te maken met economische ontwikkelingen, maar vooral met veranderingen in de manier waarop bedrijven hun supply chains organiseren. Productie- en handelsbedrijven werken steeds vaker met kleinere, flexibelere zendingen. Voorraadbeheer wordt strakker ingericht en leveringen worden beter afgestemd op de actuele vraag. Hierdoor blijft het totale aantal zendingen op peil, terwijl de omvang per zending afneemt.
Deze ontwikkeling leidt tot meer complexiteit binnen het transportproces. Voor opdrachtgevers worden transporten duurder, terwijl vervoerders en planners meer werk hebben om ladingen efficiënt te combineren. Tegelijkertijd neemt het risico op lege of deels lege ritten toe, een ontwikkeling die haaks staat op de wens om transport efficiënter en duurzamer in te richten. In 2026 is de toename van deelladingen daarmee niet alleen een gevolg van economische omstandigheden, maar vooral een teken van structurele optimalisatie en flexibilisering binnen supply chains. Dit vraagt om slimmere planning, betere samenwerking en een hogere mate van digitalisering in de transportsector.
6. Samenwerkingsverbanden en netwerken tegen capaciteitsknelpunten
Door de aanhoudende druk op transportcapaciteiten en kosten blijven samenwerkingsverbanden en netwerken ook in 2026 aan belang winnen. Steeds meer ondernemingen beseffen dat zij de uitdagingen in de transportsector niet langer alleen het hoofd kunnen bieden. Samenwerking is daarmee niet langer een optie, maar steeds vaker een noodzaak.
In deze complexe en onzekere marktomstandigheden zoeken bedrijven elkaar op om capaciteit te delen, risico’s te spreiden en continuïteit te waarborgen. Tegelijkertijd blijkt dat verschillen in systemen en werkwijzen de samenwerking kunnen bemoeilijken. Gebrekkige communicatie, mediaonderbrekingen en handmatige processen maken logistieke samenwerking foutgevoelig en inefficiënt. Daarom worden digitale platformen, API-koppelingen en gestandaardiseerde data-uitwisseling in 2026 steeds belangrijker. Ze vormen een randvoorwaarde voor effectieve samenwerking tussen transportbedrijven, expediteurs en opdrachtgevers. Meer transparantie binnen netwerken wordt daarbij onvermijdelijk, ook al staat dit soms haaks op de traditioneel sterke klantenbescherming binnen de sector.
In een markt met structureel beperkte capaciteit vraagt samenwerking om vertrouwen en openheid. Wie in 2026 relevant wil blijven, zal bereid moeten zijn om binnen veilige digitale omgevingen samen te werken en processen verder te professionaliseren.
7. Terughoudend gebruik van elektrische en waterstof-vrachtwagens
Ook in 2026 blijft het gebruik van emissiearme vrachtwagens zich slechts voorzichtig ontwikkelen. Elektrische en waterstofvrachtwagens worden vooral ingezet in praktijktests en pilotprojecten, met name door middelgrote en grotere transportondernemingen. Deze bedrijven breiden hun tests waar mogelijk verder uit, mits voertuigen daadwerkelijk beschikbaar zijn via OEM’s. Tegelijkertijd blijft de onzekerheid groot over welke aandrijftechnologie op de langere termijn dominant zal worden. Daardoor blijft grootschalige inzet uit en leveren deze voertuigen in 2026 nog geen significante bijdrage aan de gewenste CO₂-reductie binnen de sector. Het investeringsklimaat blijft onzeker, mede door hoge aanschafkosten, beperkte infrastructuur en wisselend beleid.
Voor industrie en handel neemt het belang van emissiereductie wel toe, onder meer door rapportageverplichtingen zoals de CSRD-richtlijnen. In dat kader groeit de aandacht voor HVO-100 als brugtechnologie. Deze vervangende dieselbrandstof is op korte termijn eenvoudiger inzetbaar dan volledig elektrische of waterstofoplossingen en vraagt minder aanpassingen aan voertuigen en infrastructuur.
Ondanks ambities en politieke doelstellingen blijft de energietransitie in het wegtransport ook in 2026 gefaseerd en voorzichtig verlopen. Transportbedrijven balanceren tussen verduurzaming, operationele haalbaarheid en financiële risico’s.
8. Vervoer per spoor neemt beperkt toe
Trailers of goederen in grotere mate via het spoor vervoeren zal in het komende jaar niet alleen vanwege de infrastructurele hordes nauwelijks toenemen. Ook voor de spoorwegen is het lastig om voldoende nieuwe, gekwalificeerde medewerk(st)ers te vinden. Het gecombineerd vervoer zal alleen succes boeken, wanneer de vrachtvervoerders hun capaciteiten in grotere mate uitbreiden met trailers die geschikt zijn voor kranen.
Tenminste in de eerste helft van het jaar zal hier nog terughoudendheid kunnen worden opgemerkt. Pas bij een herstel van de economie zullen transportondernemers weer meer investeren. Maar alleen wanneer de politiek de randvoorwaarden aanzienlijk verbetert, zal dit een langdurig, blijvend effect op de modale verschuiving hebben. In een merkbaar extra afzonderlijke wagen- of treinstelverkeer geloven alleen de spoorwegen zelf of de onwankelbare optimisten. De performance in het spoorwegverkeer is in deze sector te slecht en de telkens kleinere zendingen pleiten ook tegen de verlegging, hoe nuttig en milieuvriendelijk deze dan ook zijn.
In de eerste helft van 2026 zal deze terughoudendheid naar verwachting aanhouden. Pas bij een duidelijker economisch herstel kan de investeringsbereidheid toenemen. Zelfs dan blijft het de vraag of dit leidt tot een structurele verschuiving van weg naar spoor. Een bredere modale verschuiving is bovendien sterk afhankelijk van politieke randvoorwaarden. Zonder ingrijpende verbeteringen in infrastructuur, betrouwbaarheid en capaciteit blijft het spoorvervoer kampen met prestatieproblemen. Hierdoor is ook in 2026 geen snelle of grootschalige verschuiving naar spoorvervoer te verwachten, ondanks de duurzaamheidsambities binnen de sector.
9. Cybercrime-gevaar in de onbeveiligde omgeving
Met behulp van de technische vooruitgang, zoals door AI-systemen en het gebruik ervan, wordt het ook voor criminelen steeds eenvoudiger om nieuwe manieren voor misleiding en bedrog te vinden. Niemand kan te allen tijde 100% bescherming garanderen. De veiligheid van IT-systemen vereist daarom continue maatregelen en periodieke updates evenals bijzonder oplettende medewerkers.
Dat is juist voor kleine ondernemingen een grote financiële belasting, waarvoor ook veel personeelsinspanningen nodig zijn. In de transportsector dienen ondernemers vooral bij aanbiedingen van ogenschijnlijk serieuze dienstverleners of opdrachten via e-mail kritisch te zijn en de gegevens tot in detail te controleren. Helaas zullen er ook in 2026 situaties zijn, waarin, afgezien van veilige platformen en marktplaatsen, cybercriminelen "mazen in het net" vinden. Dat kan alleen worden verhinderd, wanneer de logistieke sector van veilige digitale oplossingen, wegen en netwerken met gekeurde spelers gebruikmaakt, die een hogere veiligheid bieden. TIMOCOM probeert daarom met strenge identiteitscontroles, geavanceerde beveiliging en veilige communicatie een betrouwbare digitale vrachtbeurs aan te bieden.
Conclusie
De ontwikkelingen in de transportsector laten zien dat 2026 geen hersteljaar wordt waarin oude verhoudingen terugkeren. Evenmin is sprake van een revolutie die bestaande structuren in korte tijd volledig verandert. In plaats daarvan staat de sector voor een periode waarin aanpassen, stabiliseren en professionaliseren centraal staan.
Structurele knelpunten zoals het tekort aan gekwalificeerd personeel, beperkte capaciteit en stijgende kosten blijven ook in 2026 bepalend. Tegelijkertijd zetten bedrijven stappen om hiermee om te gaan: door slimmer samen te werken, processen verder te digitaliseren en realistisch om te gaan met investeringen in verduurzaming en nieuwe technologieën. De focus verschuift daarbij van snelle groei naar continuïteit en beheersbaarheid. Flexibele contractvormen, transparantie over kosten en een zorgvuldige inzet van digitale oplossingen worden steeds belangrijker. Niet alles kan of hoeft tegelijk, maar wie stap voor stap professionaliseert, vergroot zijn weerbaarheid in een onzekere markt.
Voor transportbedrijven en opdrachtgevers betekent 2026 vooral: nuchter vooruitkijken, keuzes maken en investeren in wat daadwerkelijk bijdraagt aan stabiliteit en toekomstbestendigheid. Dat is geen spectaculaire koerswijziging, maar wel een noodzakelijke.
Dit vindt u misschien ook interessant: